Joris is eens in de twee weken een weekend logeren. Het is hard nodig om op te laden. Maar ik kan er moeilijk aan wennen….
Ik mis je zo
je schaterlach en je stralende ogen
als je van de glijbaan glijdt
zo gemakkelijk en vlug
suis je omlaag de wind in je oren
speel je een spel met de zwaartekracht
tot je ploft op het zachte zand
en omtuimelt van het lachen
Kindergeluk van nog een keer en nog een keer
Ik mis je zo
ook al keert de zwaartekracht zich tegen mij
nestelt ze zich gemeen op mijn schouders en rug
als je blij en wiebelend enthousiast
in mijn armen danst
en ik de zoveelste trap overbrug
die jij niet kan nemen
met je lieve kinderbenen
en je stoere jongensschoenen
nog nooit een stap gerend
die slap en vol vertrouwen
zich om mijn lijf heen vouwen
dat protesteert onder de druk
van altijd maar sjouwen
Maar ik mis je zo
Als je wegvliegt tot slechts een glimp
In het raampje van de bus de hoek om
naar andere verzorgers vol liefde en geduld
naar die plek van een moeder nooit helemaal opgevuld
en ik achterblijf met lege armen
Hoe kan ik vrij bewegen
met altijd maar die steen op mijn maag
de zeurende leegte in mijn schoot
en een afdruk van jou
in mijn hart zo groot
als ik koffie drink op zaterdagmorgen.
terwijl ik daarbuiten stoere kinderkreten hoor
Ze suizen vrolijk de glijbaan af
als treurige muziek in mijn oor