Dit verhaal gaat over een Spaanse danseres. Ze heet Mirthe. Het is niet zomaar een danseres. Ze is heel bijzonder. Zoals een echte danseres houdt ze van dansen en ze maakt graag plezier met haar vriendinnen. Vandaag is het carnaval op school en iedereen ziet er fantastisch uit. Maar de mooiste is de Spaanse danseres, die al vroeg heeft geleerd dat niet elke dans even gemakkelijk is. Ze draait trots rondjes. Haar jurk waaiert om haar heen. Vrolijk rood met zwarte stippen, dat even later opgaat in de kleurrijke optocht van prachtig uitgedoste kinderen. Iedereen danst uitgelaten achter elkaar aan op de muziek. De Spaanse danseres danst op haar schoentjes met echte hakjes alsof ze nooit anders heeft gedaan. In haar ogen schijnen lichtjes en haar wangen zijn rood van de opwinding. Ze geniet van de muziek en van al haar klasgenootjes. Ze is onbezorgd. Ze is in haar eigen wereld van kind zijn. De wereld waarin de zorg voor haar broertje naar de achtergrond is verdwenen. De zorg van elke dag over haar bijzondere kleine broertje Joris, die vandaag een bijzonder klein draakje is dat ook carnaval viert. Ver weg van de school van zijn grote zus. In zijn eigen klasje van zes kindjes. Hij draait blij rondjes in zijn loopkar. Zijn drakenpak zit hem als gegoten. Hij geniet van de liedjes die gezongen worden, ook al weet hij niet precies waar het over gaat. “Carnaval is om te zingen, om te dansen en te springen…” De Spaanse danseres en het kleine draakje vormen samen prins en prinses Carnaval die elk in hun eigen wereld genieten van het feest, maar die op de tekening van Mirthe samenwonen in een prachtig kasteel.